Vandaag staat weer een hoogtepunt van de reis op de planning. We bezoeken het kasteel Dunrobin. Dit sprookjeskasteel met 189 kamers is het grootste in de Schotse hooglanden en ligt aan de Moray Firth , de grootste firth (zeebaai) van Schotland.
Dunrobin kasteel stamt uit de 15e eeuw en behoort toe aan de clan Sutherland, die het kasteel tussen april en oktober openstellen voor publiek.
Bij zo'n tot de verbeelding sprekend kasteel hoort natuurlijk een goed spookverhaal. Hier gaat het verhaal dat de dochter van de veertiende graaf van Sutherland verliefd werd op een man die door de vader ongeschikt werd bevonden. Daarom sloot de vader haar op in een zolderkamer. Zij probeerde te ontsnappen door via een touw naar beneden te klimmen, maar werd verrast door haar vader, waardoor zij het touw losliet en te pletter viel. Deze dochter spookt volgens het verhaal op de bovenste verdiepingen van het kasteel.
Terwijl Jan besluit om de buitenzijde en directe omgeving van het kasteel en landgoed te verkennen, haalt Sabine een kaartje voor het kasteel zelf.
Het is enorm de moeite waard om dit kasteel van binnen te verkennen. Je kunt 18 rijkelijk ingerichte kamers bezoeken en ook de kasteeltuinen- geïnspireerd op de tuinen van Versailles- zijn prachtig.
Glenmorangie
Na het bezoek aan Dunrobin besluiten we nog door te rijden naar de plaats Tain, waar de Glenmorangie whiskey stokerij zit . Helaas zijn we net te laat voor de laatste rondleiding, maar we mogen wel zelf rondkijken en kunnen nog een mooie limited edition fles Whisky kopen voor het thuisfront.
De zeemeermin van het noorden en Schotse gastvrijheid
We besluiten om na het bezoek aan Glenmorangie nog even door te rijden. In de kleine kustplaats Balintore staat een bijzonder beeld van een zeemeermin dat we graag willen bekijken. Daarnaast lijkt dat ons een prima plek om wat te eten.
Na een kleine wandeling langs het strand zien we de zeemeermin verschijnen. Het bronzen beeld is in 2007 door de kunstenaar Steve Hayward gemaakt. Bij het beeld vinden we ook een happy stone met een tekening van Ariël de zeemeermin erop. Die gaat mee naar Nederland om zijn reis te vervolgen.
We hebben trek gekregen en besluiten in de lokale Inn een hapje te eten. We worden gastvrij ontvangen en krijgen een heerlijk bord eten. In de hoek bij de haard zitten 3 mannen met een pint in de hand te praten, terwijl de waard de glazen poetst achter de bar. Je waant je zo een paar eeuwen terug. Als we bij het afrekenen aan de waard vragen wat een goede kruidenbitter is (onze Jutter is helaas op) krijgen we spontaan een fles mee van een soort pruimenlikeur. Wat een gastvrijheid!
We bedanken de waard hartelijk, zoeken de camper en een slaapplek op en besluiten de dag met de nieuwe pruimenlikeur. (Die overigens niet echt te pruimen is vindt Sabine)
Reactie plaatsen
Reacties